Aanvraag
Rechtzoekenden met een draagkracht onder de Wrb-grens die voor een juridisch probleem een rechtsbijstandverlener willen inschakelen, kunnen via een advocaat gesubsidieerde rechtsbijstand (een toevoeging) aanvragen.
Van aanvraag tot vaststelling van een toevoeging
Een rechtzoekende kan via de nulde- en/of eerstelijn in contact komen met een advocaat, of direct contact zoeken met een advocaat. Als een advocaat gesubsidieerde rechtsbijstand verleent, dan vraagt hij bij de Raad voor Rechtsbijstand een toevoeging aan. Dit gebeurt met een verklaring op grond waarvan een rechtzoekende – dit kan een natuurlijk persoon zijn of een rechtspersoon* – aanspraak kan maken op gesubsidieerde rechtsbijstand.
Het schema hieronder geeft de door te lopen stadia weer van aanvraag tot vaststelling van een toevoeging.
Peiljaar
Om te kunnen toetsen of een rechtzoekende al dan niet voor een toevoeging in aanmerking komt, kijkt de Raad naar het inkomen en vermogen dat deze persoon had twee jaar vóór de aanvraag (aangeduid als het peiljaar**, ofwel t-2).
Afwijzing toevoegingsaanvraag
De Raad kent verschillende gronden op basis waarvan een aanvraag kan worden afgewezen. Een afwijzing kan plaatsvinden op financiële gronden, in welk geval een rechtzoekende geen recht heeft op gesubsidieerde rechtsbijstand vanwege de hoogte van zijn inkomen en/of vermogen.
Ook op inhoudelijke gronden kan tot een afwijzing worden besloten, namelijk als het (financiële) belang van de zaak niet zwaarwegend genoeg is om een toevoegingsaanvraag te honoreren. Daarnaast kan een (inhoudelijke) afwijzing ‘op bereik’ plaatsvinden. Dit betekent dat de aanvraag betrekking heeft op activiteiten die kunnen vallen onder een eerder afgegeven toevoeging.
Peiljaarverlegging
Indien een persoon op basis van zijn inkomen en vermogen in het peiljaar niet, maar op basis van zijn huidige inkomen en vermogen wél in aanmerking komt voor een toevoeging, dan kan hij een peiljaarverlegging aanvragen. Dat geldt ook als vanwege verlaging van het inkomen de eigen bijdrage bij peiljaarverlegging lager uitvalt. Het huidige inkomen moet dan wel ten minste 15% lager zijn dan het inkomen in het peiljaar en/of het vermogen moet zijn gedaald tot onder de grens van het heffingsvrije vermogen.
*Art. 36 Wrb: indien van de rechtspersoon redelijkerwijze niet verwacht kan worden dat deze de kosten van rechtsbijstand uit eigen vermogen of inkomsten betaalt.
**Dit heeft als reden dat de Belastingdienst, die deze inkomens- en vermogenscontrole uitvoert, deze gegevens compleet heeft tot twee jaar voor de aanvraag.