Bewerkelijke zaken
Algemeen uitgangspunt van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr) is dat de Raad een forfaitaire vergoeding toekent voor rechtsbijstand die verleend is op basis van een toevoeging. De hoogte daarvan is gerelateerd aan de aard van de betreffende zaak.
Uitzondering
Op deze regel is echter een uitzondering mogelijk. In een aantal gevallen kan van de advocaat in redelijkheid niet worden verwacht dat hij een zaak, gezien de complexiteit ervan, binnen de tijdgrens van het forfait afhandelt. Voor deze gevallen kan toestemming worden gevraagd om meer verrichtingen voor de zaak te mogen besteden. Het gaat hierbij om bewerkelijke zaken waarin boven een bepaalde grens de vergoeding niet meer forfaitair wordt vastgesteld, maar op urenbasis als het aantal uren minimaal drie keer zo hoog ligt als het forfaitaire aantal uren.
Voorwaarden extra uren
Er is een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om extra uren toegekend te krijgen. Ten eerste moeten de extra uren tijdig aangevraagd worden (voordat de forfaitaire grens overschreden wordt). Ten tweede moet het voorstel doelmatig bevonden worden. Ten derde moeten de kosten van de rechtsbijstandverlening in verhouding staan tot het belang waarvoor de toevoeging is afgegeven (proportionaliteitsbeginsel). De Raad stemt geheel of gedeeltelijk in met de voorgestelde begroting als aan deze voorwaarden voldaan wordt. Deze zaken worden ook wel extra-uren zaken (EXU) genoemd.