Gewikt en gewogen, deel II: de beoordeling van de billijkheid van de vergoeding van advocaatkosten (530 Sv)
Dit artikel gaat in op de keuze voor een bepaalde advocaat, diens uurtarief en de keuze voor een proactieve opstelling van de verdediging in de verhouding tot de gronden van billijkheid bij schadevergoedingsverzoeken van de gemaakte kosten van rechtsbijstand ex artikel 530 Sv.
Al eerder schreven wij dat de titanenstrijd nog niet volledig ten einde is wanneer de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel en zonder toepassing van artikel 9a Sr. Daarna begint immers de ‘strijd’ over de vergoeding van de gemaakte reis, verblijf en advocaatkosten. Zo schreven we eerder over de rol van onschuldpresumptie in deze procedure over de schadevergoeding. In dit artikel gaan wij in op de keuze voor een bepaalde advocaat, diens uurtarief en de keuze voor een proactieve opstelling van de verdediging in de verhouding tot de gronden van billijkheid bij schadevergoedingsverzoeken van de gemaakte kosten van rechtsbijstand ex artikel 530 Sv.
Laten we één ding vooropstellen: het is aan de verdachte om een advocaat naar keuze te kiezen en vervolgens met die advocaat te bepalen wat de gewenste verdedigingsstrategie is. In de schadevergoedingsprocedures is in de loop van de decennia een opgaande en dalende lijn te ontwaren als het aankomt op het al dan niet toekennen van een verzoek om vergoeding van de advocaatkosten. Er zijn jaren geweest dat – in het geval een vergoeding billijk werd geacht – de werkelijke kosten werden vergoed. Echter, de huidige tendens lijkt te zijn dat als wordt geoordeeld dat een vergoeding billijk is, er ook een redelijk intensieve discussie kan plaatsvinden over de vraag of vergoeding voor de gekozen processtrategie billijk is. Wij menen dat de rechter zich dient te distantiëren van het geven van een vergaand inhoudelijk oordeel over de processtrategie en bij de beoordeling ook dient te onderkennen dat sommige typen zaken bewerkelijk zijn. Laten we vooropstellen dat de rechter uiteraard de billijkheid van het verzoek moet kunnen beoordelen en er ook grenzen aan een dergelijk verzoek moeten kunnen worden gesteld. Een billijkheidsoordeel moet immers worden gegeven, maar het is de vraag hoe intensief en vergaand dat billijkheidsoordeel kan en moet zijn. Wij menen dat in dat kader een meer marginale toetsing op zijn plaats is. De wijze waarop een strafrechtelijke verdenking wordt bestreden is immers iets waar de advocaat samen met zijn cliënt over beslist. Het is daarom opnieuw tijd om de balans op te maken en een aantal handvatten voor de praktijk te geven.
Publicatie van
- K.M.G. Demandt & C.A.M. Janssen
Documentsoort
- Tijdschriftartikel
Bron
Trefwoorden
- Kosten rechtsbijstand
Gerelateerd

In dit artikel wordt onderzoek gedaan naar de rechtsbescherming in Nederland.

In this paper the author describes the legitimacy-based model in criminology.

In dit artikel doen de auteurs een oproep om empirisch onderzoek uit te voeren naar toegang tot laagdrempelige en passende (rechts)hulp